Lectuurfiche 2
Balthazar, N. (2002). Niets was alles wat hij zei. Averbode: Averbode.
Korte inhoud
Ben leidt een gecompliceerd leven. Hij kan nauwelijks met zichzelf overweg, laat staan met anderen. Elke dag vecht hij tegen zijn kwelgeest, maar telkens opnieuw verliest hij de strijd. Want alles dat zeker is, is goed, maar alles dat onzeker is, is oorlog! Waarom worden de regels van het spel dagelijks veranderd?
Waar & wanneer?
Bens verhaal speelt zich volledig af in zijn natuurlijke leefomgeving. Zowel zijn kamer, als de school waar hij les volgt, als het openbaar vervoer maken deel uit van ‘het decor’.
Vermoedelijk woont Ben in een Vlaamse stad of gemeente, want op een gegeven moment springt hij op de intercitytrein richting Keulen en Aken, waar hij vervolgens afspringt in Brussel. Zijn woonplaats wordt evenwel niet gespecificeerd in het boek.
Ook over de periode waarin het verhaal zich afspeelt, schept de auteur geen duidelijkheid. Maar gezien het gebruik van computer, internet, gsm … en het jaar (2002) waarin het boek verschenen is, mag aangenomen worden dat Ben leeft in de wereld zoals wij hem vandaag kennen.
Hoofdthema
Het hoofdthema van Bens verhaal is autisme, Balthazar geeft met zijn kort boek immers duidelijk weer dat het leven allesbehalve een evidentie is voor iemand die lijdt aan autisme.
Hij illustreert vaak met eenvoudige voorbeelden dat zaken die ‘alledaags’ lijken voor ons, een waar gevecht met zich meebrengen voor Ben. Bijvoorbeeld:
[…] De bus kwam elke dag om 27 over zeven. Daar kon je van op aan. Dat was zeker. Dat was goed. Daarna was het oorlog. Daarna was het proberen te overleven. Elke dag. Want elke dag werden de regels van het spel veranderd. […]
Eigen appreciatie
Ik heb – naar mijn mening – al betere boeken gelezen over autisme. Al is het woord ‘beter’ hier misschien niet juist gekozen. In feite gaat het niet over ‘betere’ of ‘slechtere’ verhalen, maar over verhalen die me meer ‘aanspraken’ (cfr. lectuurfiche 1 – ik koos bewust voor twee totaal andere verhalen, die wel over hetzelfde onderwerp handelen).
Het is dus belangrijk hierbij een duidelijke kanttekening te maken, want Balthazar schreef dit boek met een specifiek doel voor ogen. Hij kreeg immers de opdracht een boekje te schrijven voor jongeren die niet graag lezen. En laat nu net het feit dat het boek kort is – waardoor het moeilijk is écht kennis te maken met Ben – en het feit dat het taalgebruik soms kinderlijk en plat is, zaken zijn die mij in eerste instantie niet aanspraken, maar die wel maken dat hij jongeren (weer) aan het lezen gekregen heeft.
Dus hoewel het boek niet meteen tot mijn favorieten behoort, ben ik er zeker van dat Balthazar in zijn opzet geslaagd is en dat vind ik in dit geval zeker zo belangrijk als mijn eigen mening! Ik kan me immers levendig voorstellen dat dit boek aanslaat bij jongeren die niet graag lezen en ik ben er absoluut van overtuigd dat het belangrijk is om aandoeningen zoals autisme aan te kaarten. Leren omgaan met diversiteit is volgens mij iets waar je niet vroeg genoeg aan kan beginnen.
3 vragen volgens de methode Chambers
Zijn chatrooms een goede manier om nieuwe mensen te ontmoeten als je in het echte leven niet sociaalvaardig genoeg bent om spontaan contacten te leggen?
In het geval van Ben vind ik de toevlucht in chatrooms een ‘logische’ keuze. Onderstaand fragment staaft mijn mening:
[…] Maar de echte ontdekking was de chat geweest. Hier kon hij spreken zonder zijn mond open te hoeven doen. Hier had hij voor het eerst contact kunnen maken. Met mensen die net zoals hij elke avond achter hun toetsenbord kropen om te kunnen zeggen wat ze aan niemand kwijt konden. Hij hield van die zwarte virtuele kamer waar niemand je kon zien. Waar mensen kwamen en gingen om alles uit te wisselen. Van de grootste hartsgeheimen tot de meest fenomenale flauwe kul. […]
Chatten is – zoals in het fragment duidelijk weergegeven wordt – een manier om deel te nemen aan ‘het echte leven’ voor Ben. Het stelt hem in staat te praten met anderen mensen, iets wat hem bijzonder zwaar valt in face-to-facegesprekken.
Het feit dat ik Bens keuze helemaal begrijp, neemt niet weg dat ik absoluut geen voorstander ben van chatrooms en de hele virtuele wereld die daar rond hangt. Het is immers bijzonder gemakkelijk en bovendien heel verleidelijk je anders en vooral beter voor te doen dan je bent. Het ‘spontane’ van een ‘levensechte’ ontmoeting verdwijnt en alles wordt voor interpretatie vatbaar.
Chatrooms en andere social media zetten mensen immers aan om hun ‘virtuele’ leven te perfectioneren, waardoor de kleine onvolmaaktheden, die het leven en het contact met andere mensen echt en de moeite waard maken, verdwijnen. Volgens mij vereenzamen hierdoor veel meer mensen dan er gelukkig worden.
Naar mijn gevoel hoeven chatrooms en social media niet volledig te verdwijnen, want ze kunnen handig en nuttig zijn, maar ik denk wel dat er dringend een pleidooi gevoerd moet worden voor het investeren in nieuwe ‘levensechte’ contacten en het onderhouden van de reeds bestaande. Want ik ben ervan overtuigd dat je je pas echt goed in je vel kan voelen als je jezelf kan zijn met je kwaliteiten enerzijds, maar zeker ook met je kleine kantjes anderzijds. En ja, die kan je niet verstoppen in het ‘echte’ leven.
Dus wat mij betreft, moeten die Facebooklikes dringend ingeruild worden voor cafébezoekjes en moeten we er ons van bewust worden dat bijvoorbeeld een Facebookprofiel alles behalve een correcte weerspiegeling is van een mensenleven. We zouden ons althans een hoop miserie besparen.
Vind ik het dus fout van Ben dat hij zijn toevlucht zoekt in chatrooms? Nee, want de mens is een sociaal wezen en iedereen heeft nood aan sociaal contact. In Bens geval lijkt de enige manier om dit te verwezenlijken dan ook internet. Maar ik ben er wel van overtuigd dat als we allemaal wat verdraagzamer en ruimdenkender zouden zijn, die chatrooms en de hele virtuele wereld die daarmee gepaard gaat, overbodig zouden zijn, ook voor Ben!
Kan het gebruik van spreektaal/dialect in (jongeren)boeken, zoals dat gebeurt in “Niets was alles wat hij zei”, gerechtvaardigd worden?
Een wijs man zei mij ooit dat het belangrijk en bovendien goed voor je taal(gevoel) is veel taalvarianten van eenzelfde taal te kennen. Hij voegde daar wel aan toe dat het – eens het zover is – je eigen taak is het juiste register in de juiste situatie te gebruiken.
Naar mijn gevoel is dat exact wat Balthazar doet. De stukken die in het Standaardnederlands geschreven horen te zijn, zijn dat ook. Enkel op die momenten dat je je als lezer mee in de chatroom begeeft of getuige bent van een pest-/scheldpartij op school word je geconfronteerd met spreektaal/dialect en dat is volgens mij prima.
Het boek werd kort na uitgave herwerkt tot de theaterproductie “Niets”, bovendien werd het in 2007 verfilmd onder de naam “Ben X”. In datzelfde jaar verscheen ook de musicalversie van het verhaal. Waaraan heeft Balthazar dit succes te danken?
Balthazar dankt – volgens mij – zijn succes aan het feit dat zijn boek toegankelijk is. Het boek is eenvoudig van taal, de zaken die hij vertelt en beschrijft volgen elkaar chronologisch op, Bens leefwereld sluit aan bij de leefwereld van de doelgroep en het belangrijkst van al: Balthazar kaart op een duidelijke manier de consequenties van pesten, het lijden van een jongere met autisme en de combinatie van deze twee aan!
Bovendien doet hij dit alles op een niet-belerende, maar eerder beschrijvende manier. Jongeren krijgen zo de kans zich volledig in te leven in het verhaal.
Overigens trekken de meeste onder hen vanuit hun eigen empathie conclusies over pesten en autisme. En dat is – volgens mij – de beste manier om het hen te doen bijblijven.
Narratologisch aspect: ruimte
˃ Geografische ruimte
Balthazars verhaal speelt zich af in België en heel waarschijnlijk in Vlaanderen. Want zoals ik reeds zei, springt Ben op een gegeven moment op de intercitytrein richting Keulen en Aken, waar hij vervolgens afspringt in Brussel. Zijn exacte woonplaats wordt evenwel niet gespecificeerd in het boek. Om die reden gaat het hier om een diffuse geografische ruimte.
˃ Sociale ruimte
Ben en zijn jongere broer Jonas worden grootgebracht door hun moeder. Hun ouders zijn immers gescheiden, vermoedelijk door Bens ‘problematiek’, maar die link wordt in het boek niet duidelijk bevestigd. Ben ziet zijn vader bijgevolg slechts sporadisch. Over hun band wordt in het boek dan ook nauwelijks gesproken.
Ben heeft ook een hond die Koest heet. Het dier schijnt hem rust te brengen. Dat blijkt zowel uit de honds naam als uit het feit dat Ben zichzelf duidelijk herkent in zijn huisdier: […] Hij wist dat de hond zou gaan janken als een kreeft in kokend water op het moment dat hij de deur voor zijn snuit zou dichtslaan. Honden kwamen wat dat betreft nogal dicht bij autisten, of halve autisten of wat Ben dan ook was. Ook voor hen leken het onoverkomelijke rampen als een wekelijkse wandeling plots niet door leek te gaan. […]
˃ Symbolische ruimte
In het boek wordt niet veel symboliek gebruikt, waarschijnlijk omdat Balthazars opdracht was “een boekje te maken voor jongeren die niet graag lezen” en symboliek voor dat doelpubliek niet altijd een meerwaarde is, net omdat de kans groot is dat ze het niet opmerken. Toch gebruikte hij op een gegeven moment een treffend beeld/symbool, dat voor mij heel duidelijk weergaf hoe Ben zich voelde: […] De hele stad in modelbouw lag erbij alsof er een bommentapijt op was neergekomen. Alle vliegtuigjes, raketten en landingsbanen waren vernietigd alsof een precisiebombardement hen stuk voor stuk had getroffen. Ook de treinen en sporen hadden de aanval niet overleefd. De verwoesting van deze kleine wereld was totaal. Ben lag het al een tijdje te bekijken. Zijn lijf stiller dan een lijk. Aan de binnenkant voelde hij zich net als zijn kamer. Kapot tot in de verste uithoek. Niet meer te repareren. Niet meer te maken. Niets meer mee te maken. […]
˃ Topos
In Balthazars verhaal komen een aantal clichéruimtes voor. Zo dienen de verlaten plekjes op school, het nabijgelegen park en de bushalte als plekken waar Stom & Jerry – Bens pesters – hun kans grijpen om Ben te grazen te nemen.
Ook is Ben initieel van plan zelfmoord te plegen in een Brussels treinstation. Hier is niet zozeer Brussel als plaats, maar wel het zelfmoord plegen door onder een trein te springen een boom van een cliché.
˃ Couleur locale
Zoals reeds vermeld, schrijft Balthazar de dialogen, chatconversaties en sms’en uit in de spreektaal/het dialect waarin de jongeren communiceren. Hier een kort bericht van Barbie – Bens vriendin in de chatroom – om dit te illustreren: […] Wel Zorro, zagepiet. Van de rapsten zijt ge ook al niet. […]
Laura - 25 mei 2016